Het is 12:00 uur geweest, de zon staat bijna op zijn hoogst en dat is te merken. De lente mag dan officieel op 21 maart beginnen, maar marathonlopers weten beter. De lente laat zich namelijk pas echt zien op de dag van de NN marathon Rotterdam! Ook dit jaar is dat niet anders. Waar de zaterdag nog een comfortabele 12 graden telt, gaat het kwik op zondag 7 april richting de 20!
In oktober heb ik de Kustmarathon in Zeeland gelopen. Toen was het een comfortabele 24 graden. Comfortabel ja; we hadden er namelijk een warme zomer opzitten, waarbij je er niet aan ontkwam om soms te trainen tegen de 30 graden. Maar in april ligt dit alweer lang achter me en is mijn lichaam vergeten hoe hiermee om te gaan.
Om het lichaam te kunnen koelen, pompt het hart extra bloed naar de huid. Mijn horloge geeft dan ook een hartslag aan die tien slagen hoger is dan normaal en ik begin het in mijn benen te voelen. Best raar. Wat het strand en de duinen niet voor mekaar kregen in Zeeland, lukt het warme weer in Rotterdam wel.
“Pas je tempo aan! Gebruik je hardlopersverstand!” Met deze woorden (en het “You never walk alone” van Lee) worden we bij de start op weg gestuurd. Tot nu toe heb ik het beoogde tempo kunnen volhouden. Vier minuten en 38 seconden per kilometer. Als ik dat gemiddeld vol kan houden, finish ik met een tijd van 3uur15. Mijn ademhaling is rustig; ik ben in staat om een gesprek te voeren. Het contrast met mijn hartslag is dan ook groot. Ik mag deze niet verder laten oplopen of ik ga teveel verzuren. Ik doe een beroep op mijn hardlopersverstand en schakel terug in tempo voor de laatste 15 kilometer.
Het is een verstandige keuze. Rond de Kralingse Plas ben ik getuige van lopers die minder fortuinlijk waren. Veel van hen kunnen wandelend verder, maar een enkeling ligt in de berm omringd door hulpverleners. Het is soms moeilijk om jezelf eraan te herinneren dat een marathon lopen niet niks is. De afgelopen 3 maanden heb ik bijna 800 kilometer afgelegd en door alle trainingskilometers lijkt de 42 kilometer niet zo lang meer als dat hij ooit was.
De eerste 30 kilometer zijn voorbij gevlogen en ook de laatste 12 vliegen snel voorbij. Te snel. Hier heb ik maanden voor getraind. Niet vergeten ervan te genieten! Want wat is het een feest met al dat publiek.
De laatste kilometer is ingegaan; ik sla rechtsaf de Coolsingel op. De mensenmassa is overweldigend! Ik trek nog een kort sprintje. Niet om mijn tijd wat op te krikken, maar om dit keer op de finishfoto niet verloren te gaan achter andere finishers. Gelukt! En opeens besef ik me dat ik over de finish ben. Het zit er alweer op. Jammer!
Met mijn eindtijd ben ik, gezien het weer, zeer tevreden; 3 uur 22 minuten en 29 seconden. Ik zie op tegen de komende twee weken niet hardlopen. Wat ga ik doen met al die tijd die ik nu over hou? Een beetje fietsen, wat lezen en wie weet ga ik wel een column schrijven….
Maarten Weij
MiLa en Bootcamp